Op dinsdagmiddag 4 mei heb ik mijn eerste prik gehad. AstraZeneca. Geen spoortje van bloedklonters, geen griepgevoel, zelfs geen spierpijn.
Aan het moment van mijn vaccinatie kleeft iets ironisch. Het was de dag van de dodenherdenking. Voor de tweede keer ging die niet door, althans niet in gezamenlijkheid. Anoniem en onpersoonlijk werden de kransen gelegd op al die plekken in Nederland waar het jaarlijkse eerbetoon aan hen die voor onze vrijheid vielen, plaatsvindt. Ik was er graag bij geweest, hier op de Dam. Sinds ik in de hoofdstad woon is dat een voor mij jaarlijks terugkerend ritueel geworden, maar het plein is al zestien maanden het domein van enkel de duiven.
We worden weer belaagd door een vijand, deze maal zonder militair machtsvertoon. Het is een microscopisch klein, stekelig bolletje, waarvan we niet eens weten of het levende materie is. In al zijn unheimische onzichtbaarheid sluit het ons op in onze huizen, brandmerkt het ons met mondkapjes en verbiedt het ons elkaar genegenheid te tonen.
‘Dit is de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog.’ ‘Er werken mensen aan het front’, ‘er vallen slachtoffers’ en ‘er staan helden op’. We zijn opnieuw in een vrijheidsstrijd verwikkeld – onze politieke leiders zinspelen er graag op.
Ik ben in elk geval bewapend, ik kan de strijd met Covid-19 aan. Maar is het werkelijk weer oorlog?
Lees verder →